Wormen die het meest voorkomen bij het paard

Er zijn verschillende wormen die bij paarden voorkomen.

Kleine Strongyliden/ Rode Bloedworm, Cyathostominae

Deze worm komt het meeste voor bij het paard. De volwassen worm leeft in de dikke darm van het paard. De larven kunnen in het darmslijmvlies kruipen en hier in ‘winterslaap’ gaan. De larven zijn op dat moment ongevoelig voor wormmiddelen. Aan het einde van de winter/ begin voorjaar kunnen deze larven massaal uit het darmslijmvlies komen en daardoor problemen  veroorzaken zoals koliek en diarree. Dit wordt ook wel winter-cyathostominose of acute larvale cyathostominose genoemd. Deze worm wordt ook wel rode bloedworm genoemd, aangezien de larven in de ontlasting te herkennen zijn als rode kleine wormpjes.

Grote Strongyliden, Strongylus Vulgaris

Deze worm komt tegenwoordig niet meer vaak voor, maar kan wel ernstige symptomen veroorzaken. Na opname kan de larve van deze wormsoort namelijk een trektocht door het lichaam maken. Vanuit de darmwand verplaatsen de larven zich naar de bloedvaten van de darmen en kunnen hier schade aanrichten. Besmette paarden kunnen diarree, koliek, doffe vacht en koorts hebben en hebben vaak een verminderde eetlust.

Veulenworm, Strongyloides Westeri

Zoals de naam al doet vermoeden komt deze wormsoort bij het veulen voor. Het veulen besmet zich namelijk door opname van wormeieren via de moedermelk. Het veulen zal wormeitjes uit gaan scheiden, waaruit larven ontwikkelen die de huid van het veulen kunnen binnendringen en het dier op deze manier kunnen herbesmetten. De meeste veulens worden na de geboorte besmet met deze worm en op 4 weken leeftijd ontstaat vaak een piek met besmetting die diarree kan veroorzaken. Het is verstandig het veulen op 7-10 dagen leeftijd te ontwormen en daarbij te zorgen voor goede stal hygiëne om herbesmetting vanuit de omgeving te voorkomen.

Lintworm, Anoplochephala Perfoliata

Larven worden tijdens het grazen door het paard opgenomen. De volwassen worm van deze wormsoort leeft in de blinde darm. De meeste paarden vertonen geen symptomen bij een besmetting, bij zwaardere infecties kan het echter wel heftige koliek veroorzaken. Deze worm is lastig vast te stellen met een mestonderzoek. Het kan wel worden aangetoond door middel van een bloedonderzoek. Het wordt aangeraden paarden aan het einde van het weideseizoen hiervoor te ontwormen, in overleg met de dierenarts.

Spoelworm, Parascaris equorum

Dit is de meest voorkomende wormsoort bij jonge paarden. De worm komt voornamelijk bij veulens voor tot een leeftijd van 6 maanden. De wormeitjes worden in het weiland opgenomen waaruit vervolgens een larve ontstaat. Deze larve maakt een trektocht door het lichaam. Vanuit de darmwand verplaatst de larve zich naar de lever en de longen, waar deze wordt opgehoest en doorgeslikt om vervolgens in het maagdarmkanaal terecht te komen en de larve zich ontwikkeld tot volwassen worm. De symptomen die deze worm kan geven zijn achterblijven in groei, dikke buik, slechte vacht en slechte eetlust. Daarnaast kunnen veulens ook gaan hoesten en kan het diarree en koliek veroorzaken. Deze wormsoort is helaas vrij snel resistent aan het worden tegen Ivermectines, daarom is het advies om bij spoelwormen te ontwormen met pyrantel.

Paardenhorzel

De paardenhorzel is weliswaar geen worm, maar wel een inwendige parasiet die vaak bij paarden wordt gezien en we daarom in dit artikel ook noemen. Horzels leggen hun eitjes, die te herkennen zijn al gele stipjes, op de vacht van het paard, voornamelijk op de onderbenen. Deze eieren worden door het paard opgelikt. De larven komen op deze manier in de maag van het paard terecht. Deze larven blijven vaak een aantal maanden aanwezig, waarna ze met de mest weer op het weiland terecht komen. Deze horzellarven kunnen beschadigingen in de maag en vermagering veroorzaken.