De Teckel is een dapper en levendig ras, maar helaas ook gevoelig voor een aantal erfelijke aandoeningen. Door zijn lange rug en korte poten komt rughernia (hernia nuclei pulposi) relatief vaak voor. Hierbij raakt een tussenwervelschijf beschadigd, wat kan leiden tot pijn, moeite met bewegen of zelfs verlamming van het achterlijf. Overgewicht en veel traplopen vergroten dit risico, dus een goede preventie is essentieel.
Daarnaast heeft de Teckel aanleg voor epilepsie. Dit kan zich uiten in toevallen waarbij de hond verkrampt, het bewustzijn verliest of ongecontroleerde bewegingen vertoont. In sommige gevallen is er sprake van de ziekte van Lafora, een erfelijke vorm van myoclonische epilepsie die zich al op jonge leeftijd kan ontwikkelen. Deze aandoening veroorzaakt plotselinge spierschokken, vaak getriggerd door licht of geluid.
Een andere aandoening waar de Teckel gevoelig voor is, is mitralisklepdegeneratie. Dit is een progressieve hartaandoening waarbij een hartklep niet goed meer sluit, wat kan leiden tot benauwdheid, vermoeidheid en uiteindelijk hartfalen.
Vanwege zijn lichaamsbouw komt ook chondrodysplasie voor, een kraakbeenafwijking die zorgt voor kortbenigheid en soms vergroeide poten. Verder kunnen aandoeningen als heupdysplasie, portosystemische shunt (leverafwijking) en verschillende afwijkingen aan de wervelkolom de gezondheid van de Teckel beïnvloeden. Vroege signalering, regelmatige dierenartscontroles en het voorkomen van overbelasting zijn belangrijk om de Teckel een gezond en vitaal leven te geven.