Service
Winkelwagen
Menu

Alvleesklierproblemen bij de hond

De alvleesklier is een vrij plat en langwerpig orgaan, dat grenst aan de achterwand van de maag en aan de twaalfvingerige darm. Met deze laatste is de alvleesklier verbonden door middel van een afvoergang. De functie van de alvleesklier is tweeledig, er zijn als het ware twee productielijnen: de inwendige en de uitwendige afscheiding.

Hond bij de dierenarts

Het exocriene deel of de uitwendige afscheiding

Dit deel van de klier is essentieel voor een goede spijsvertering. Hier worden verteringssappen met daarin een aantal enzymen geproduceerd die via de afvoerbuis in de twaalfvingerige darm uitkomen. Deze sappen zorgen ervoor dat eiwitten, vetten en suikers goed verteerd kunnen worden.

EPI, Exocriene Pancreas Insufficiëntie

Bij deze aandoening is er geen of onvoldoende uitwendige afscheiding, waardoor de spijsvertering ernstig in het gedrang komt. EPI wordt vooral veel gezien bij de Duitse Herder en geeft de volgende klachten: vermageren ondanks goede eetlust, veel drinken/veel plassen, chronisch afwijkende ontlasting (vaak dunner dan normaal en soms grijzig van kleur) en een doffe vacht. De diagnose kan gesteld worden door middel van ontlastingsonderzoek en bloedonderzoek. De therapie bestaat o.a. uit het geven van injecties met vitamine B12, daarbij moet de hond levenslang een licht verteerbare en vetarme voeding krijgen, zoals Royal Canin Gastro Intestinal Low FatHill’s Canine i/d Low Fat of Vetality Gastrointestinal Low Fat. Tot slot moeten er ook levenslang alvleesklierenzymen aan het voer worden toegevoegd, om de functie van de alvleesklier op te vangen. Dit kan bijvoorbeeld met de producten ZymoralZymosan of Vetplus Lypex.

Relevante producten

Het endocriene deel of de inwendige afscheiding

Het endocriene deel is noodzakelijk voor een goede suikerstofwisseling. Het bestaat uit de eilandjes van Langerhans, waar voornamelijk de hormonen insuline en glucagon gemaakt worden. Deze hormonen worden afwisselend aan het bloed afgegeven afhankelijk van de bloedsuikerspiegel. Wanneer de bloedsuikerspiegel laag is wordt glucagon afgegeven om op die manier de lever te stimuleren glucose vrij te stellen, wanneer de bloedsuikerspiegel hoog is (net na de maaltijd) wordt insuline afgegeven om ervoor te zorgen dat glucose opgeslagen wordt.

Suikerziekte of diabetes mellitus

Wanneer de alvleesklier onvoldoende insuline aanmaakt, ontstaat suikerziekte. Zonder insuline blijft de bloedsuikerspiegel hoog en wordt glucose weer uitgescheiden in de urine. Suikerziekte wordt bij honden meer gezien bij niet-gesteriliseerde teven. U merkt voornamelijk dat de hond vermagert ondanks goede eetlust en veel drinkt/veel plast. De hond is ook gevoeliger voor urineweginfecties. De diagnose kan gesteld worden door middel van urine- en bloedonderzoek. Therapeutisch wordt er gestart met insuline en wordt er aangepaste laag calorische voeding voorgeschreven, zoals Hill’s Canine r/dHill’s Canine w/dTrovet WRD Weight & Diabetic of Royal Canin Diabetic. Vaak is het nodig intacte teven te steriliseren om suikerziekte goed onder controle te krijgen.

Alvleesklierontsteking of pancreatitis

Deze ontsteking kan acuut of chronisch verlopen, bij honden komt de acute vorm het meeste voor. Meestal is niet bekend waardoor de alvleesklier gaat ontsteken. Er zijn wel verbanden aangetoond met o.a. het geven van afwijkende/vetrijke voeding, een buikoperatie met beschadiging van de alvleesklier, een tumor en het geven van bepaalde medicatie.

Symptomen

Bij acute alvleesklierontsteking hebben honden vaak zeer ernstige klachten: ze hebben geen eetlust, last van braken of misselijkheid, heftige buikpijn, zwakte en afwijkende ontlasting. Bij chronische alvleesklierproblemen zijn de klachten wat minder uitgesproken, deze honden hebben verminderde eetlust, zo nu en dan buikpijn, afwijkende ontlasting en zijn sloom.

Diagnose

De diagnose kan meestal gesteld worden op basis van het klinisch beeld aangevuld met bloed- en echografisch (of röntgen) onderzoek.

Therapie

De therapie is afhankelijk van de ernst van de klachten en hangt dus af van of het een acute of chronische pancreatitis betreft. Zeker bij acute vormen is overvloedige infuustherapie noodzakelijk, gecombineerd met pijnstilling, medicatie tegen braken/misselijkheid en soms ook antibiotica. Daarbij wordt vaak een aangepast (vetarm) dieet voorgeschreven, van dezelfde types als bij EPI. Er wordt geadviseerd de honden levenslang op deze voeding te houden en om de alvleesklier te ondersteunen worden er ook levenslang alvleesklierenzymen aan het voer toegevoegd (zie EPI). Dit geldt ook voor chronische pancreatitis. Bij blijvende schade aan de alvleesklier kunnen er complicaties ontstaan en kunnen honden EPI en/of suikerziekte ontwikkelen.

Heeft u nog vragen over alvleesklierproblemen bij de hond? Neemt u dan contact op met onze dierenarts op telefoonnummer 0186 -57 55 28 of via e-mail: dierenarts@medpets.nl